Hét pak voor de winter is een flannel pak. Als liefhebber van stijl moet deze als basis in jouw garderobe aanwezig zijn. Makkelijk te combineren zowel voor formele momenten of als je wilt flaneren door een stad. Jouw partner doet immers ook haar/zijn best er goed uit te zien. We hebben ze in diverse diktes zodat je ook daar nog tussen kan kiezen. Het flannel pak is mooi in beige, een grijstint in een effen variant of een typische POW. Voor zakelijk gebruik vinden we een mooie chalk streep ook gaaf omdat de streep door de flannel mooi vervaagd.
De meeste pakken zijn gemaakt van kamgaren – wol die is gekamd en geperst, glad en daardoor scherp is gemaakt. Flannel is het tegen overgestelde. Vaak ongekamd, nauwelijks geperst en juist opgeruwd. Deze ‘Wollen’ vullen daarmee de kloof tussen gladde pakken en spijkerbroeken vullen.
Flannel wordt gemaakt door de zijhaartjes van een het geweven doek naar buiten op te borstelen waardoor de zijhaartjes voelbaar en zichtbaar zijn. De stof is super aaibaar. De Italianen maken de flannels ook vaak ook wat slapper waardoor hij heerlijk soepel draagt. De Engelser weven een flannel weer wat denser, waardoor hij iets meer staat en steviger is. En hoe dikker de stof hoe warmer de stof uiteraard. De Italiaanse dunnere stoffen kun je rustig tot mei dragen. De Engelse flannels draag je vooral en graag in de winter. Ook als trouwpak zijn ze heerlijk aaibaaren zeer geschikt voor een huwelijksvoltrekking in de winte
Onze favoriete stoffenhuizen voor flannel zijn Huddersfield, Fox Brothers en Drapers. De eerste twee voor de dikkere Engelse varianten in fraaie ‘solids’, strepen en POW checks. Drapers voor de soepele en zachte Italiaanse flannel als pak, broek of bijvoorbeeld in een Pied de Poule als jasje en meestal van een kamgaren. Volgens snobisten dan geen echte flannel. Bij alledrie zijn veel bekwame vakmensen en vakvrouwen betrokken om tot een fraaie stof te komen en staat de kwaliteit voorop. We laten je het graag zien en voelen. Hieronder lees je het proces van het maken van de stoffen, het breken van de vezels en het opruwen.
Het maakproces van flannel stoffen
De meeste flannels worden gemaakte van de superfijne merinowol. Nadat het garen is geselecteerd, wordt het doek zorgvuldig samengesteld. Eerst wordt het garen op ‘cones’ gewikkeld. Deze cones zorgen op hun beurt voor de schering die soms uit meer dan 5000 uiteinden kan bestaan. Deze uiteinden worden in het gekozen patroon gerangschikt en op een boom gewikkeld die aan de achterkant van het weefgetouw komt te zitten.
Vanaf hier wordt de ketting vervolgens met de hand door hevels van de weefmachine geweven. Het opzetten van een boom is dan ook het meeste werk van een machinaal gewoven doek. De hevels worden vastgehouden op schachten die ritmisch worden opgetild om een specifiek weefpatroon te creëren. Hiervoor werden vroeger speciale kaartpatronen gemaakt zoals je vroeger ook zag in draai-orgels. Nu gaat het met een computer gestuurde machine.
De ketting is nu klaar, als een soort raster om in het weefgetouw te worden geplaatst en het weven kan beginnen. De meest gebruikte weeftechnieken zijn de platbinding en keperstof, waaruit de mooiste wevingen bestaan. Voor een visgraat bijvoorbeeld gebruikt Fox, en anderen, de keperbinding. Terwijl de schering van de achterkant van het weefgetouw naar de voorkant reikt, beweegt de inslag eroverheen terwijl de schachten in een vooraf bepaald ritme omhoog komen. Tijdens dit proces worden patroon en stof voortdurend gecontroleerd en beoordeeld op de kwaliteit.
Eenmaal geweven, wordt het doek nogmaals gecontroleerd en eventuele knoopjes verwijderd. Het kwaliteitsteam zorgt ervoor dat het doek vrij is van foutjes in de weving. Dit wordt bereikt door de voorkant en achterkant van elk geweven stuk te inspecteren. Er mogen bij deze kwaliteiten stof maar 1 minuscuul foutje zitten op elke 10 meter stof. Hier zal een kleermaker omheen moeten knippen.
De laatste fase is de finishing. Elke geweven ‘vettige’ stof wordt afgewerkt volgens een unieke formule die begint met opruwen en borstelen van het doek, waarbij ook de natuurlijk voorkomende lanoline uit het garen wordt verwijderd. De flannel stoffen worden vervolgens urenlang gewassen om de vezels te breken en de zachtheid te verkrijgen die zo typisch is voor flannel.De meest gebruikte weeftechnieken zijn de platbinding en keperstof, waaruit de mooiste wevingen bestaan. Voor een visgraat bijvoorbeeld gebruikt Fox, en anderen, de keperbinding.
Flannel broeken
Flannel broeken zijn los goed te dragen onder elk jasje of cashmere trui. Beetje klassiek misschien maar daar is weinig mis mee. We vinden het weer sportiever en vooral rijker dan een gladde platbinding. Ze vervullen de tussenrol tussen een gladde pakbroek en een jeans. Ze zijn zo perfect in deze tussenrol dat ons vaak gevraagd wordt wat de zomerequivalent is – als het eindelijk te warm wordt voor flannel. Helaas denk ik niet dat die er niet is; noch het linnen, noch de verschillende katoensoorten voldoen helemaal aan de verwachtingen. Qua kleur is grijs wellicht het beste; dit is meestal een melange van verschillende tinten (een van de redenen dat ze zo aantrekkelijk zijn). Kies voor minimaal 310 gram vooral in broeken. Dat is lekker warm en de plooi blijft langer in de broek. Ga niet dikker dan 500 gram wat ons betreft. Dan heeft het jasje namelijk jou aan en niet andersom.
De plooi gaat er in een dunnere Italiaanse flannel van rond de 270 gram relatief snel uit en ook de knieen zullen er sneller in staan. Qua model zijn wij liefhebber van een of zelfs twee bandplooien. Zeker de dikkere varianten mogen ook wel wat wijder gesneden worden. Verder kiezen we bij flannel broeken ook zelden voor riemlussen, steekzakken, een rits en twee achterzakken. Met klep is zeker op een ruit wel lekker eigenwijs. Een omslag hoort er ook wel een beetje bij.